Waarom werkt de Sport-oefentherapeut in de context van de sporter?
Waar therapeuten in hun praktijk rekening mee moeten houden is een transfer probleem tussen de oefencontext en de uitvoercontext: de oefencontext waarin de therapeut in zijn behandelruimte de nieuwe beweging leert aan de sporter en de uitvoercontext waar de sporter die nieuwe beweging toepast tijdens zijn sport/training/wedstrijd. Bij een goede transfer wordt de nieuwe beweging die de sporter geleerd heeft toegepast tijdens zijn sport. Wanneer de oefencontext afwijkt van de uitvoercontext treedt er een transfer probleem op. De nieuw aangeleerde beweging wordt niet toegepast wanneer het er echt om gaat, waardoor het beweeggedrag van de sporter onveranderd blijft en oude blessures terug blijven komen.
Bron; C.U. Ober, Context van leren, Meta analyse, Instituut voor zorgprofessionals 2013
Geconcludeerd kan worden dat voor het leren van kennis of vaardigheid zowel aandacht besteedt dient te worden aan de mogelijkheden van de lerende, de taak die uitgevoerd dient te worden en de omgeving waarin de taak uitgevoerd moet worden. De losse componenten afzonderlijk zijn niet belangrijk, maar de configuratie tussen de componenten bepalen of transfer van het geleerde optreedt.
De (sport-)oefentherapeut oefent met de sporter in zijn uitvoercontext, waardoor de transfer goed kan verlopen.